Wie heeft de schuilplaats van Anne Frank en haar familie onthuld? Na 77 jaar hebben de onderzoekers een naam
Hoe vond de Duitse politie op 4 augustus 1944 de exacte plaats waar het gezin van Anne Frank zich verborg? Het is een mysterie dat misschien, na 77 jaar, een antwoord heeft gevonden. Anne Franks leven werd op 15-jarige leeftijd afgebroken, te vroeg, zoals dat van veel andere joodse kinderen tijdens de Shoah. Haar dagboek maakte de naam bekend, die we ons herinneren en vandaag doorgeven: Anne woonde twee jaar lang verborgen, samen met haar familie, in een geheime schuilplaats in Amsterdam voordat ze samen met de anderen werd gedeporteerd naar verschillende concentratiekampen. Alleen Annes vader, Otto Frank, keerde terug uit het concentratiekamp en hij was verantwoordelijk voor de publicatie van het dagboek van zijn dochter. Een vader die nooit is gestopt met zoeken naar de waarheid en die nu, na 77 jaar, boven water lijkt te zijn gekomen.
via BBC
Een eerste onderzoek naar wie de schuilplaats van de familie Frank aan de Duitse politie had onthuld, werd al in 1947 gestart door de Politieke Opsporingsdienst van de Politie. Een onderzoek dat eindigde met de beschuldiging van de magazijnmedewerker van het bedrijf waar de familie Frank en andere families onderdoken, de heer Willem van Maaren. Maar al in april van het jaar daarop werd de man vrijgesproken omdat de aanwijzingen tegen hem "erg vaag" waren. Otto Frank bleef echter altijd met de twijfel achter dat het joden waren die hen hadden verraden.
Na een zeer lange tijd lijkt het antwoord definitief en verontrustend tegelijk. Een onderzoeksteam, bestaande uit Thijs Bayens, Pieter van Twisk, historicus en journalist, en Vince Pankoke, een voormalig FBI-agent, hebben het mysterie na 5 jaar onderzoek ontdekt. Met de hulp van tientallen onderzoekers, archivarissen, forensisch analisten, historici, criminologen en computertechnici hebben ze duizenden documenten bestudeerd en opgezocht; ze kwamen op het spoor van iedereen die mogelijk contact had gehad met Otto Frank en zijn familie, inclusief levende afstammelingen. Uiteindelijk kwam uit het onderzoek het antwoord naar voren: Arnold van den Bergh, een joodse notaris die in Amsterdam werkte, wordt nu de plausibele verrader genoemd die de schuilplaats van de familie Frank onthulde.
Wat het onderzoeksteam achterdochtig maakte, was de verschillende behandeling die de nazi's hadden jegens de joodse notaris, destijds lid van de joodse raad. Arnold van den Bergh legde in feite nazi-beleid op in Joodse plaatsen en zelfs na de ontbinding van de Raad bleef hij met rust gelaten door het regime. Er moet daarna echter iets veranderd zijn, zozeer zelfs dat de voormalige FBI-agent, Vince Pankoke, uitlegde:
"Toen van den Bergh al zijn bescherming verloor waardoor hij niet naar de kampen hoefde te gaan, heeft hij iets waardevols moeten geven aan de nazi's met wie hij contact had om hem en zijn vrouw op dat moment veilig te stellen." Daarom heeft de notaris de schuilplaats van de familie Frank onthuld door waardevolle informatie aan de nazi's te geven. Otto Frank had dus gelijk: het was een jood die hen had verraden.
Had de notaris een andere keuze? We weten het niet en we zijn hier niet om de feiten uit het verleden te beoordelen, maar alleen om een geschiedenis te reconstrueren en ons de meest traumatische ervaringen van de twintigste eeuw in Europa te blijven herinneren. Opdat het nooit meer gebeurt.