Vis eten is goed voor de gezondheid: drie porties per week verminderen het risico op darmkanker
De uitdrukking "we zijn wat we eten" klopt meer dan ooit, omdat de kwaliteit en kwantiteit van voedsel een belangrijke invloed hebben op de gezondheidstoestand van het organisme. Naar aanleiding van deze redenering zouden we ook kunnen zeggen dat we in mindere of meerdere mate ziek worden op basis van hoe we ons voeden. Als het waar is dat sommige voedingskeuzes meer schade kunnen veroorzaken dan andere, is het net zo waar om te stellen dat bepaalde voedingsmiddelen op tafel een preventieve rol kunnen spelen.
In dit geval kan vis, als het minstens 3 keer per week wordt gegeten, het risico op darmkanker verminderen van 10% tot 12%. Dit werd verklaard door onderzoek uitgevoerd door de Universiteit van Oxford in samenwerking met het Internationaal Agentschap voor Kankeronderzoek (IARC). De studie werd gefinancierd door het World Cancer Research Fund en gepubliceerd in het tijdschrift Clinical Gastroenterology and Hepatology.
Het onderzoek werd uitgevoerd op een steekproef van ongeveer 500 duizend mensen gedurende 15 jaar, waarbij de eetgewoonten en de evolutie van hun gezondheidstoestand werden gevolgd. Meer dan 6000 proefpersonen die helemaal geen visconsumptie in hun dieet hadden geïntroduceerd, ontwikkelden vormen van darmkanker.
Vis is rijk aan Omega-3 lange-keten meervoudig onverzadigde vetten die helpen het spijsverteringskanaal te beschermen tegen chronische ontstekingsprocessen. Er is geschat dat ongeveer 400 gram per week voldoende is, dus gemiddeld ongeveer 3 porties elke zeven dagen. Het onderzoek beschouwde de inname van visolie alleen via voedsel en niet via supplementen. De theorie is echter dat deze stoffen ook in synthetische vorm gunstige effecten op de darm kunnen hebben.
De studie benadrukt ook dat niet alle vissen hetzelfde positieve effect op de gezondheid hebben, in feite hebben zeevruchten en weekdieren niet dezelfde voedingskwaliteiten als de klassieke variëteiten die als wit vlees worden beschouwd. Verschillende soorten kunnen een flinke aanwezigheid van zware metalen en een hoog natriumgehalte hebben, maar deze nadelen kunnen ook worden opgelost door verschillende bereidings- en kookmethoden.