7 gewoontes die je meteen moet vergeten als je je auto niet wilt beschadigen
Ook al besteed je de meest grote zorg aan je auto, als je het risico zoveel mogelijk wilt beperken om pech te krijgen of gewoon wilt zorgen dat de auto jarenlang in perfecte staat blijft, zijn er enkele kleine voorzorgsmaatregelen die je misschien niet kent maar die je wel moet weten: naast de meest bekende routinecontroles, zal je auto altijd in goede conditie zijn!
Omslagfoto: Brett_Hondow
1. Val niet in de gewoonte om benzine te tanken als je helemaal in het rood staat: zelfs de beste brandstoffen hebben deeltjes die zich op de bodem van de tank nestelen en de motor kunnen beschadigen.
2. Als je geen risico wilt nemen om de startschakelaar van de auto te beschadigen, bevestig dan geen sleutels van andere voertuigen of van je woning aan je sleutelbos: op lange termijn kan het gewicht te groot zijn.
3. Wanneer zetten we de koplampen aan en uit?
De beste gewoonte is om de lampen pas aan te doen nadat je de auto gestart hebt (omdat ze kunnen worden beschadigd door de stroomstoot) en ze uit te doen voordat je de motor afzet (om niet te riskeren dat ze aan blijven staan, als je geen auto hebt met een waarschuwingslampje).
4. Vergeet en stel de controles van olie en waterniveau NOOIT uit.
Vertrouw op een digitale herinnering om ervoor te zorgen dat het peil met een refrequentie die het meest geschikt is voor jouw autotype wordt gecontroleerd, en als je deze taak zelf uitvoert, zorg er ook voor dat je nooit het niveau overschrijdt dat op de peilstok wordt aangegeven.
5. Vergeet niet om regelmatig de wieldruk en de convergentie te controleren
Rijden met de leeggelopen wielen vertraagt niet alleen de auto, waardoor je meer verbruikt, maar de banden slijten ook sneller.
En als je op iets of iemand bent gebotst, vergeet dan niet om de auto naar de monteur te brengen om de staat van convergentie te controleren: niet van een eventuele wijziging op de hoogte zijn kan schadelijk blijken te zijn in een situatie waarin maximale behendigheid vereist is.
6. Als je een auto bestuurt met een automatische schakeling, moet je erop letten dat de auto niet op 'achteruit' of 'parkeren' staat wanneer de auto aan staat.
Deze auto's zijn voorzien van digitale sensoren die altijd het verkeerde commando moeten kunnen negeren, maar je kunt beter extra voorzichtig zijn om ervoor te zorgen dat je niet voor verrassingen komt te staan.